Dom-le-Mesnil

De eerste dag van een nieuwe reis lukt het nooit om vroeg te vertrekken. Eigenlijk is dat niet zo erg; zodra we de poort uitrijden is de vakantie begonnen.

Nog een broodje en een Latte onderweg, en al gauw bereiken we de Ardennen, die gehuld zijn in sombere donkergrijze wolken, alsof er nooit die tropische zomer is geweest.

De wagen loopt prima, tot er opeens weer een hikje  in de motor optreedt: hiervoor zijn we al vaak naar de dealer geweest, maar er is nooit iets te vinden. Nu is Noël echter voorbereid: hij heeft materiaal bij zich om de motor uit te lezen. Het lijkt erop dat dit hoort bij een soort reiniging, zodat we ons weinig zorgen meer hoeven te maken.

Tegen vier uur stoppen we voorbij Sedan, een stad in Noord-Frankrijk die zich erop beroemt het grootste kasteel van Europa te hebben. (Ook in o.a. Praag beweert men dit.)  In dit heuvelachtige gebied liggen veel interessante vestingwerken.

 Dom-le-Mesnil ligt   bij een sluis in het Ardennenkanaal. Dit kanaal werd aangelegd rond 1830, is bijna 40 km lang en telt 33 sluizen. Nu lopen er fietspaden langs en wij maken er een leuke wandeling met Frodo, want inmiddels schijnt de zon weer. In het kanaal liggen pleziervaartuigen aangemeerd, bij de sluizen staan typische kleine sluiswachterswoningen. 

Onze overnachtingsplek is geen echte camperplek, maar het is er heerlijk rustig. Morgen rijden we verder naar het zuidwesten.