Urrugne.

Gisteren, in Bordeaux, was er even geen reisverhaal. De lange reisdagen zijn niet zo interessant om te beschrijven. Ook morgen rijden we weer meer dan 400 km, er blijft dan geen tijd over voor bezichtigen.

De gebieden die we passeren zijn wel de moeite waard; als ik onderweg zo'n plaatsnaam zie zou ik liefst even stoppen. Omdat er toch verzoeken waren voor een langere blog neem ik even door wat we gisteren (net niet) zagen.

Voorbij Tours ligt de afslag naar de abdij van Fontevraud. Ooit een van de rijkste kloosters van Frankrijk, met een apart gedeelte voor mannen en vrouwen. Richard Leeuwenhart en zijn moeder Eleonora van Aquitaine zijn er begraven. 

In de Poitou, verder zuidwaarts, ligt Lusignan. Hier komt de familie De Lusignan vandaan. Volgens de legende stammen zij af van de fee Melusine. Zij zijn verwant aan veel adellijke families in Europa.

In Bordeaux, waar we afgelopen nacht kampeerden, kun je heerlijk wijn proeven. Tijdens een stadswandeling door het oude gedeelte kun je Eleonora van Aquitaine weer tegenkomen: onder andere in de kathedraal, waar zij in een reliëf is afgebeeld.

Les Landes is het gebied van de eindeloze dennenbossen. Hier oogst men de hars, voor viool en draailier, en om terpentijn te maken. De schaapherders liepen er vroeger op stelten.

Uiteindelijk doemen de Pyreneeën op: we zijn in Urrugne. Even verderop ligt St Jean de Luz, een leuke vissersplaats, waar Lodewijk XIV trouwde met Maria Theresia van Spanje. De kathedraal is heel apart, met houten galerijen.

Morgen gaan we over de Spaanse grens.